Uitzendarbeid.
Wettelijke gezien zijn er slechts drie soorten overeenkomsten:
- de overeenkomst van opdracht, artikel 7: 400 BW;
- de overeenkomst van aanneming van werk, artikel 7: 750 BW en
- de arbeidsovereenkomst, artikel 7: 610 BW.
Kenmerken van de arbeidsovereenkomst zijn:
- loon;
- persoonlijk arbeid verrichten en
- gezagsverhouding.
De uitzendovereenkomst is wettelijk gezien een arbeidsovereenkomst (zie artikel 7: 690 BW), zij het een bijzondere omdat het de arbeidsovereenkomst is ”waarbij de werknemer door de werkgever, in het kader van de uitoefening van het beroep of bedrijf van de werkgever ter beschikking wordt gesteld van een derde om krachtens een door deze aan de werkgever verstrekte opdracht arbeid te verrichten onder toezicht en leiding van de derde”.
Uitzendkrachten zijn dus, eenvoudig gezegd, in dienst van het uitzendbureau. Ze worden geworven en geselecteerd door het uitzendbureau, maar werken vervolgens onder gezag en verantwoordelijkheid van een ander, te weten de inlener.
De uitzendkracht is veelal in dienst van een ABU of NBBU of VPO georganiseerde werkgever en valt daarmede onder een Uitzend-CAO. De ABU-CAO was tot en met 2019 de algemeen verbindend verklaarde Uitzend-CAO geweest. Er wordt echter vanaf 1-1-2020 voor alle 850.000 uitzendkrachten overgegaan tot één gezamenlijke CAO voor de gehele uitzendbranche.
Let op! Soms is er echter sprake van een uitzendbureau dat zich zo goed als alleen op een bepaalde sector richt. Dan kan het zo zijn dat deze uitzendorganisatie niet valt onder de Uitzend-CAO, maar valt onder de bedrijfstak-CAO behorende bij de bedrijfstak in welke zij het meest uitzendt.
Let op! Sommige bedrijven hebben meerdere B.V.'s waarvan één B.V. aan de zuster-B.V.'s personeel ter beschikking stelt. Vaak wordt er dan gedacht dat deze zuster-B.V.'s per definitie "eigen"-zijn en dus geen "derden"-zijn waaraan uitgeleend wordt en dat daarom de CAO Uitzendkrachten niet van toepassing is. Intra-concernuitzending kan echter heel goed onder de uitzendbrancheverplichtingen vallen getuige bijvoorbeeld de uitspraak van de kantonrechter te Arnhem: ECLI:NL:RBGEL:2015:6807 van 17 november 2015.
Aansprakelijkheid van de inlener.
Voor wat betreft de aansprakelijkheid van de inlener verwijs ik u graag naar het hoofdstukje "NEN/Inlenersaansprakelijkheid".
Wetswijziging ter bescherming van uitzendkrachten per 27-4-2012.
De uitzendkracht heeft per 27 april 2012 (mede als uitvloeisel van Europese regels) wettelijk meer rechtsbescherming/rechten verkregen door uitbreiding van de Wet Allocatie Arbeidskrachten Door Intermediairs / WAADI.
Ten eerste heeft de ter beschikking gestelde arbeidskracht recht op ten minste dezelfde arbeidsvoorwaarden als die gelden voor werknemers werkzaam in gelijke of gelijkwaardige functies in dienst van de onderneming waar de terbeschikkingstelling plaatsvindt. Het gaat hier om de volgende zaken:
het loon en overige vergoedingen;
de arbeidstijden, inclusief overwerk, rusttijden, arbeid in nachtdienst, pauzes, de duur van vakantie en het werken op feestdagen;
de voorschriften ter bescherming van zwangere werknemers, van werknemers die een borstkind voeden, kinderen en jeugdige werknemers en ter bevordering van de gelijke behandeling van mannen en vrouwen;
anti-discriminatiemaatregelen op grond van geslacht, ras, godsdienst of levensovertuiging, handicap, leeftijd of hetero- of homoseksuele gerichtheid.
Slechts bij CAO kan onder strenge voorwaarden hiervan worden afgeweken.
Ten tweede moet de inlenende onderneming er voor zorgen dat de aan hem ter beschikking gestelde arbeidskrachten dezelfde toegang hebben tot bedrijfsfaciliteiten, zoals kantines, kinderopvang- en vervoersfaciliteiten, als de eigen werknemers die in gelijke of gelijkwaardige functies werkzaam zijn, tenzij het verschil in behandeling om objectieve redenen gerechtvaardigd is.
Ten derde moet de inlenende onderneming er voor zorgen dat binnen zijn onderneming ontstane vacatures tijdig en duidelijk ook ter kennis worden gebracht aan de hem ter beschikking gestelde arbeidskrachten, om hen zodoende dezelfde kansen op een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd te bieden als de eigen werknemers.
Ten vierde geldt er sinds 27 april 2012 een zogenoemd ”Belemmeringenverbod”.
De uitlenende onderneming mag geen belemmeringen meer opleggen aan de uitgezonden werknemer om een arbeidsovereenkomst aan te gaan met/bij het inlenende bedrijf na afloop van de terbeschikkingstelling. Een non-relatiebeding zou dus niet meer mogen. Wat nog wel toegestaan is, is een beding op grond waarvan het inlenende bedrijf een redelijke vergoeding verschuldigd is aan de uitlener voor de door deze verleende diensten in verband met de terbeschikkingstelling, werving of opleiding van de desbetreffende arbeidskracht.
En tenslotte is de Wet op de Ondernemingsraden / WOR uitgebreid met de verplichting richting de ondernemer om, mede ten behoeve van de bespreking van de algemene gang van zaken van de onderneming, ten minste één maal per jaar aan de Ondernemingsraad schriftelijk algemene gegevens inzake de op grond van een uitzendovereenkomst in de onderneming werkzame personen te verstrekken. Hierbij moet de ondernemer ook mondeling of schriftelijk vermelden wat hij verwacht aangaande het aantal op basis van een uitzendovereenkomst werkzame personen in het komende jaar.
Aanpak van malafide/illegale uitzendbureaus en bedrijven die daar gebruik van maken.
Eind november 2011 heeft toenmalig Minister Kamp een offensief aangekondigd tegen malafide en/of illegaal opererende uitzendbureaus (AMU: Aanpak Malafide Uitzendbureas). Het gaat dan om uitzendorganisaties die frauderen, arbeidskrachten uitbuiten en/of arbeidsomstandigheden en arbeidsvoorwaarden met voeten treden.
Naast samenwerking en informatie-uitwisseling tussen de Inspectie SZW (sinds 1 januari 2012 de samengevoegde Arbeidsinspectie en de SIOD) en bijvoorbeeld de fiscus, IND, gemeenten, politie, justitie, de ABU en de Stichting Normering Arbeid/SNA, wordt er ook internationaal samenwerking gezocht om buitenlandse uitzendbureaus die de regels aan hun laars lappen aan te pakken.
Het landelijk meldpunt malafide uitzendbureaus is feitelijk per 14 maart 2012 in de lucht gegaan.
De Minister vond het belangrijk dat burgers en bonafide bedrijven hun meldingen over malafide uitzendbureaus bij één centraal meldpunt kwijt moesten kunnen. Het Meldpunt omvat een (gratis) telefoonnummer: tel. 0800-5151, om bepaalde uitzendgerelateerde misstanden/zaken te melden. Het gaat dan om allerlei soorten klachten over malafide uitzendbureaus, hun inleners en tussenpersonen.
Melden kan dus telefonisch, maar ook per post of via het internet want via de website van de Inspectie SZW (www.inspectieszw.nl) kunnen de meldingen ook digitaal worden doorgegeven. Bij het "Meldpunt AMU" kan ook anoniem worden gemeld. Alle meldingen zullen worden gebruikt om de informatiepositie ten aanzien van malafide uitzendbureaus te versterken.
Alleen werken met bij de KvK geregistreerde uitzendbedrijven per 1 juli 2012.
Per 1 juli 2012 is als voorlopig sluitstuk van de aanpak van ”foute” uitzendorganisaties de ”Wet Registratieplicht intermediairs die arbeidskrachten ter beschikking stellen” in werking getreden.
Deze wet zorgt voor een wezenlijke aanpassing van de WAADI-wetgeving. De wet regelt namelijk vanaf 1 juli 2012 de verplichting voor alle uitzendbureaus, bestaande en nieuwe, Nederlandse en buitenlandse!, om zich expliciet als ”uitzender” te (laten) registreren in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel/KvK.
Het gaat hierbij voor de goede orde om uitzendorganisaties welke naam zij zichzelf ook toebedelen. Niet alleen uitzendbureaus maar dus ook uitleenbureaus en banenpools vallen er onder. Zo kan de naam ”detachering” of ”payrolling” wel gebruikt worden, maar als er feitelijk sprake is van uitzenden, te weten ”het tegen vergoeding arbeidskrachten ter beschikking stellen aan een ander voor het onder diens toezicht en leiding arbeid verrichten” geldt de Wet Registratieplicht intermediairs die arbeidskrachten ter beschikking stellen. En dus ook de medebeboetingsmogelijkheid voor de inlener!
Voor de goede orde: onder het ter beschikking stellen van arbeidskrachten vallen in deze niet:
De overeenkomst tot opdracht;
De collegiale dienstverlening en
De terbeschikkingstelling binnen de eigen onderneming.
Niet bij de KvK ingeschreven als uitzendbureau terwijl er wel uitzendactiviteiten worden verricht betekent een hoge boete voor de uitzender. Echter, u moet als gebruiker van een arbeidskracht via een uitzendbureau hier ook rekening mee houden want als inlener/gebruiker van een arbeidskracht via een niet als zodanig bij de KvK geregistreerd staand (dus malafide/illegaal geacht) uitzendbureau, kunt ook u een boete opgelegd krijgen. En wel Euro 12.000,-- per uitzendkracht!
Het advies aan u is dan ook ”Controleer uw uitzendzakenpartner” via de inschrijving bij de KvK, want u bent als inlenend bedrijf ook hard aan te pakken als het uitzendbedrijf (Nederlands of buitenlands) zichzelf niet bij de KvK als uitzender heeft geregistreerd. Laat het niet alleen blijven bij een check, maar draai ook echt de inschrijving uit op papier zodat u later kunt bewijzen dat u op het moment van aangaan van de uitzendopdracht te maken had met een KvK-geregistreerd uitzendbureau. Vanaf halverwege juli 2012 is ook een speciale website www.kvk.nl/waadi te raadplegen.
Overigens biedt het werken met een NEN-gecertificeerd uitzendbureau de waarborg van het werken met een als uitzender bij de KvK ingeschreven uitzendbureau. Een NEN-certificering vindt namelijk niet plaats zonder de bewuste correcte KvK-registratie. Het werken met een via de Stichting Normering Arbeid/SNA (www.normeringarbeid.nl) NEN-gecertificeerde uitzendorganisatie biedt u dus de nodige veiligheid tegen de vanaf 1 juli 2012 bestaande (mede)beboeting/vervolging. U zult dan wel moeten kunnen aantonen dat het uitzendbureau waar u mee samenwerkt op het moment van de uitzendopdracht NEN-gecertificeerd was/is. Een uitdraai op papier van de SNA/NEN-registratie op het moment van aangaan van de uitzendopdracht is bewijstechnisch zeer gewenst. Ook buitenlandse uitzenders kunnen voor de goede orde NEN-gecertificeerd worden/zijn.
Omdat er nog zoveel uitzendbedrijven niet via de SNA NEN-gecertificeerd zijn en/of geregistreerd staan, en gelet op de verwachting dat de administratieve be- en afhandeling van de NEN-certificering enige tijd kan vergen (nieuwe in- en uitschrijvingen) zou het wel eens verstandig kunnen zijn om gewoon een dubbelcheck via de KvK en de SNA te doen. Ga sowieso niet uit van slechts de mededelingen van de uitzender!