Contracting: oplossing of juist valkuil?
Algemeen.
"Payrollen" bestaat als verschijnsel en in naam al lange tijd. In de meest vergaande variant wordt het gehele juridische werkgeverschap uitbesteed. De werknemer staat ook daadwerkelijk op de loonlijst van het payrollbedrijf, maar hij wordt ter beschikking gesteld om zijn arbeid onder gezag en verantwoordelijkheid van een inlenend bedrijf te verrichten.
In deze zin is het goed met "uitzenden" te vergelijken. Vanaf 2020 wordt payrolling ook in de wet als een bijzondere "uitzendvariant" opgenomen. Onder het hoofdstuk payrollen kunt u van de ins en outs van deze werkconstructie vernemen.
Met de discussies in de loop der jaren over uitzenden/payrollen, kortom over flexibel inhuren van arbeid, is de praktijk weer een verschijnsel en een discussie verder geraakt: "contracting".
Wat nu als de uitlenende onderneming/werkgever niet alleen de arbeid(er) uitleent, maar ook de regie/aansturing en verantwoordelijkheid over de werkzaamheden voert/heeft?
Niet een arbeidsovereenkomst, niet een uitzendconstructie of payrollconstructie, maar een overeenkomst van opdracht (of desnoods aanneming van werk)?
De contracting-constructie en de contracting-discussie in het arbeidsrecht was geboren.
Ondanks het gegeven dat ook de contracting als "woord"/term en als verschijnsel in het Nederlandse arbeidslandschap ingeburgerd lijkt te zijn geraakt, is dit niet over rozen gegaan, juist ook omdat de werknemers niet de rechten op bepaalde minimale arbeidsvoorwaarden hebben net zoals de eigen werknemers en/of uitzendkrachten.
De rechtspraak.
Contracting, dus een dienst inkopen, kan als u geen onderzoek naar uw contracting-situatie/partner doet, uw arbeidsrechtelijke valkuil van de eeuw zijn, mede kijkende naar enige discussies die al bij de rechter zijn uitgevochten::
1. ECLI:NL:GHSHE:2014:4353 (contracting),
2. ECLI:NL:RBZWB:2017:7262 (stevige informatieplicht richting werknemers voordat overdracht naar payrollonderneming (of contactingconstructie) plaatsvindt),
3. ECLI:NL:RBOVE:2019:1538 (contracting),
4. ECLI:NL:GHSHE:2019:3098 (contracting).
Kortom, het "inlenende bedrijf" waarvoor/waarbij de arbeiders hun werk doen op basis van contracting, is, zo blijkt, zeker niet gevrijwaard van arbeidsrechtelijke problemen.
Er wordt door de rechterlijke macht bij arbeidsgerelateerde problemen (ontslag, loonvorderingen, pensioen, andere bedrijfstakfondsen, speciale bedingen) naar de feitelijke situatie gekeken waarbij "de inlener" soms, ook al was dat juist niet zo bedoeld, toch degene wordt geacht te zijn die juridisch "de arbeidsovereenkomst" heeft met de arbeider.
Onomstreden was en is de contracting-constructie nog immer niet, zeker niet als het gaat om min of meer bedrijfseigen arbeid/diensten. Uitkijken dus.
Steunpunt Arbeidszaken